Interview: Anonieme advocaat Dallau schrijft legal roman ‘Pleite’
Dallau nodigt ons uit in een donker, gezellig café in Rotterdam. Daar vertelt hij meteen dat het café in kwestie een belangrijke inspiratiebron was tijdens het schrijven van Pleite en terugkomt in het boek onder de naam ‘Fabiola’. Hij komt rechtstreeks van de rechtbank in Den Haag waar hij een alimentatiezaak heeft behandeld en bestelt meteen een donker Belgisch biertje.
Je wilde nooit advocaat worden, maar was het dan vroeger wel je ambitie om auteur te worden? En hoe zie jij deze twee disciplines zich verhouden binnen de advocatenwereld?
Toen ik van de middelbare school kwam, was ik volgens mijn vader voorbestemd voor het conservatorium aangezien ik piano, jazz en tenorsaxofoon speelde. Om hem te treiteren ging ik rechten studeren. Ik was altijd wel geïnteresseerd in, met name, strafrecht omdat het toch wel mediageniek is. Maar natuurlijk sprak deze studie mij helemaal niet aan en ben ik zelfs een paar jaar gestopt met studeren.
Tijdens dat ik gestopt was met mijn rechtenstudie heb ik in bars en restaurants gespeeld en zelfs na het uiteindelijke afmaken van mijn studie, had ik niet het idee dat ik de advocatuur in ging. Na het afstuderen stapte ik een advocatenbureau binnen, waar ik acht maanden gratis gewerkt heb om te ontdekken of het toch iets voor mij zou zijn, aangezien ik vol met vooroordelen zat over het wereldje. Ik ben daar eigenlijk nooit meer weggegaan en na vier jaar ben ik eigenaar geworden van mijn eigen kantoor.
Als persoon heb ik niets gemeenschappelijk met advocaten. Ik zie mijzelf eerder als een probleemoplosser en bekijk de hele advocatuur liever vanop een afstand. De decadentie en jaloezie die de advocatuur typeert is meteen ook de reden waarom ik onder een pseudoniem schrijf. Op deze manier probeer ik te vermijden dat mijn schrijverschap een invloed heeft op mijn carrière als advocaat.
Het is je debuut als schrijver. Hoe verliep het schrijfproces? Zijn er dingen waar je tegenaan liep tijdens het schrijven?
Het schrijfproces heeft mezelf wel verbaast, want het ging makkelijker dan ik dacht, aangezien ik het verhaal al in mijn hoofd had. Ik ben gestart met het schrijven na het overlijden van een bevriende collega. Hij had mij meerdere keren aangemoedigd om te starten als schrijver. Uiteindelijk vertrok ik voor enkele weken naar een afgelegen huisje in Schotland. Daar schreef ik uren aan een stuk tot het verhaal volledig op papier stond. Want ja, ik schreef de volledige roman met de hand.
De combinatie van de rauwe advocatenwereld met humor en luchtigheid typeert Pleite. Was het moeilijk om hiertussen te balanceren tijdens het schrijven?
Helemaal niet. Alle cliënten komen op het meest labiele en verdrietige moment van hun leven bij een advocaat. Ze storten alle ellende in alle vertrouwelijkheid bij je uit. Op die manier word je een amateur psycholoog. Humor is dan ook heel belangrijk en verkleint de afstand tussen de cliënt en mijzelf.
Je bent zelf advocaat in Rotterdam. Denk je dat er verschillen zijn tussen de advocaten in de verschillende grootsteden?
Ik vind dat er wel een verschil is per regio en arrondissement. In Rotterdam kan je makkelijker oplossingen regelen tussen confraters onderling. Dit is veel moeilijker in Den Haag of Amsterdam, waar elke advocaat veel strikter en formeler werkt. Maar, het ligt natuurlijk altijd aan de persoon die achter de toga schuilgaat. Daarnaast is het merendeel van de advocaten in familierecht vrouwelijk en dat vergt toch een andere aanpak dan met mannen.
In het voorwoord vergelijk je de advocatuur met prostitutie. Heb je na 25 jaar nog het gevoel dat je werk bevredigend genoeg is?
Ja, zeker. Er worden natuurlijk niet dagelijks bloemencorso’s geleverd, maar de appreciatie van een cliënt geeft evenveel voldoening. Als een cliënt aan komt met een flesje wijn met een bedankt kaartje eraan, kan ik wel een week of wat op wolken lopen. 85% van de zaken die ik doe, zijn namelijk pro deo. Waardering is dan ook veel belangrijk dan de uiteindelijke rekening. Je moet dit werk niet doen met de ambitie om er rijk van te worden.
Ik behandel 250-300 zaken per jaar, maar geen twee zaken zijn met elkaar te vergelijken. Natuurlijk is de ene zaak bevredigender dan de andere, maar sommige dingen wennen niet, zoals ouders die de alimentatie van hun kind niet willen betalen bijvoorbeeld.
Pleite is het eerste boek van een trilogie. Wat kunnen we verwachten in het vervolg?
Het eerste deel heet niet voor niets Pleite; het gaat dan ook in veel opzichten over vertrekken of afscheid nemen. Het tweede deel zal In beroep heten. Deze titel richt zich zowel op het ‘in hoger beroep gaan’, alsook het uitoefenen van het beroep als advocaat. Samen met het derde deel vormt dit dan de kringloop van Evert zijn carrière.
Heb je nog tips voor beginnende advocaten of schrijvers? Je hebt namelijk van beide voldoende geproefd de afgelopen jaren.
Beginnende advocaten raad ik het volgende aan: doe het niet. (lacht) Heel veel jonge, ambitieuze studenten zijn helemaal weg van de grote kantoren. Toch raad ik ze aan om te starten in een kleiner kantoor. Je leert er veel binnen alle disciplines. En realiseer je dat de advocatuur 24 uur per dag is, zeven dagen per week.
Als schrijver kan ik alleen maar adviseren om zoveel mogelijk bij je eigen idee te blijven. Zoek inspiratie bij jezelf, want daar heb je het meeste verstand van.
Koop Pleite al vanaf € 8,99 als e-book of hardcover!